Monitor

Ieder jaar vindt in de maanden december tot en met januari een monitor plaats waarbij leerlingen vanaf groep 5 en alle leerkrachten bevraagd worden over hun leesplezier; wat zij aan activiteiten doen, wat zij leuk vinden, over de schoolbibliotheek en inzet van de leerkracht. De vragenlijst wordt landelijk vastgesteld en de gegevens van alle deelnemende scholen (inmiddels ruim 1800 in ons land) worden zowel landelijk als per school geanalyseerd.

De leesconsulenten en de leescoördinatoren stellen samen verbeterdoelen op voor het komende jaar. De consulent analyseert in het voorjaar, als de rapportages zijn geleverd, de resultaten op de gekozen doelen en bespreekt deze met de school. De ervaring leert dat het verstandig is om drie maximaal vier doelen  per jaar centraal te stellen en daar het activiteitenplan op in te richten. Daarbij komen natuurlijk ook de gebruikelijke campagnes zoals de Kinderboekenweek.

De monitor kan ook afgenomen worden door een school die niet binnen de Bibliotheek op school samenwerkt maar loopt altijd op aanvraag van de bibliotheek.

Sommige scholen zien op tegen het invullen van de jaarlijkse monitor en willen dit om het jaar of helemaal niet invullen. Dat is niet de keuze van de bibliotheek omdat het de gezamenlijke inspanningen zichtbaar maakt in een doorgaande lijn. Maar in een aantal gevallen kan het niet anders bijvoorbeeld door een bijzondere leerlingpopulatie. In zo’n geval vullen alleen de leerkrachten de monitor in.

Naast een leesmonitor bestaat de monitor informatievaardigheden. Deze geeft een beeld van de inspanningen en kennis van de leerlingen en leerkrachten op dat vlak. De resultaten kunnen leiden tot meer aandacht voor de zoekvaardigheden van de leerlingen en de vaardigheden op het beoordelen van informatie. Invullen daarvan vanaf groep 5 levert veel meerwaarde voor de school op.